Over onze opdracht
De rechten en plichten van huurdersorganisaties zijn vastgelegd in de WET OP HET OVERLEG HUURDERS VERHUURDERS (kortweg OVERLEGWET) uit 1998.
In de WONINGWET van 2015 zijn deze rechten verder uitgebreid. Bij veel voor huurders belangrijke onderwerpen heeft een huurdersorganisatie dus een aantal rechten en bevoegdheden.
Woningwet
Huurdersorganisaties in de corporatiesector hebben op grond van de Woningwet een aantal extra bevoegdheden:
- Ze mogen hun ‘zienswijze’ geven bij verkoop van huurwoningen;
- Ze kunnen een ‘bindende’ voordracht doen voor minstens een derde deel van de Raad van Toezicht van een corporatie (Raad van Commissarissen);
- Ze hebben instemmingsrecht bij beleidsbeslissingen en bij voorgenomen fusie tussen corporaties;
- Ze hebben recht op huurdersraadpleging, op overleg over het vijfjarenplan, het recht van enquete en het recht op scholing.
Ze zijn sinds 1 juli 2015 gelijkwaardig (overleg)partner bij het maken van lokale ‘prestatieafspraken’ op het gebied van wonen. Gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties moeten die afspraken samen maken.
In dit zogenoemde Driehoeksoverleg treffen de woningcorporaties, de huurdersorganisaties en de Gemeente Utrechtse Heuvelrug elkaar. Er zijn een ambtelijk en een bestuurlijk overleg ingesteld. Prestatieafspraken betreffen betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzaamheid, zorg en wonen en bijzondere groepen. Namens Huurdersraad Maarn-Maarsbergen neemt Guy Stanworth deel aan het Driehoeksoverleg.
In de Handreiking Prestatieafspraken is een stappenplan opgenomen voor alle partijen, waarin het proces inzichtelijk is gemaakt om te komen tot deze prestatieafspraken.
Volgens de Overlegwet heeft een huurdersorganisatie:
· recht op informatie,
· recht op het uitbrengen van (schriftelijk) advies; de corporatie mag dit advies niet zonder opgaaf van redenen naast zich neerleggen
· agenderingsrecht,
· instemmingsrecht. Dit recht is uitgebreid bij de Woningwet 2015
Adviesrecht geldt voor vele onderwerpen waarvan wordt verwacht dat een huurdersorganisatie en een woningcorporatie daar serieus mee om gaan.
In de praktijk is de corporatie de professional en de huurdersorganisatie een vereniging of een stichting met vrijwilligers. Om het werk goed te kunnen verrichten heeft een huurdersorganisatie recht op financiële ondersteuning en (bij)scholing.
Voor een huurdersorganisatie gelden, volgens de Overlegwet, naast rechten ook plichten:
· Een huurdersorganisatie moet een rechtspersoon zijn (vereniging of stichting).
· Het bestuur van een huurdersorganisatie moet worden gekozen of aangewezen door de achterban.
· De organisatie moet representatief zijn. Dit betekent dat ze een doorsneebelang vertegenwoordigt van de huurders . De organisatie betrekt de huurders bij haar standpuntbepaling. De huurdersraad informeert en raadpleegt huurders en ondersteunt huurders in overleg met verhuurder.